Bogotá

Bogotá de hoofdstad, met 8 miljoen inwoners. Veel mensen zijn dakloos en wonen op straat. De 27ste gingen we naar het smaragd museum. Het was net alsof we in een echte mijn waren. Het was heel erg mooi. Ik vind smaragden heel erg mooi. De zelfde dag gingen we ook naar het goud museum. Dat vond ik wat minder mooi. De volgende dag gingen we een fietstocht maken, tijdens de fietstocht gingen we ook naar een stierenvecht arena gelukkig waren er geen stieren. Vroeger mocht het daarna niet meer en nu weer wel over een paar maanden komt een referendum, of het wel of niet mag. 
Later gingen we techo spellen. Dat is een soort sport. Je speelt het in een techohal je moet een ijzeren klomp in een bak met klei gooien waar in driehoekjes met buskruit er in die liggen in een rondje. Als je zoo een driehoekje raakt hoor je een harde knal. Als je mee wilt doen is het gratis maar je moet wel een krat bier van 30 biertjes kopen. Als je verliest moet je de krat bier betalen. Zo een ijzere klomp heet een techo. De volgende dag gingen we de Monseratte op. Dat is een berg die 3150 meter hoog. Bovenop staat een kerk. En je hebt een heel mooi uitzicht over de stad. De volgende dag gingen we met de bus naar de zoutcathedraal. We liepen met de gids door een lange gang waar weer lange gangen inzaten. Bij elke gang was een van de 14 stappen van kruistocht van Jezus. De cathetraal is van zoutsteen. Er waren drie kamers waar het leven van Jezus is uitgebeeld. De geboorte het leven en de dood.
Er was ook een kruis en we moesten raden hoeveel kilo deze woog. Ik dacht: dat het 10.000 kilo zou wegen. En toen de gids vertelde hoeveel het woog, was dat nul, omdat het kruis uit de steen was gehakt. Het was het grootste kruis van de kerk. Er was ook een meer daar zag je de weerspiegeling van het plafon in. Ik dacht dat het 5 meter diep was maar het was maar 5 cm diep.  
Er was ook een mooi een mooie lichtshow.